Wenen - een persoonlijk verhaal
Passie voor Wenen
Het eerste contact
Aan het eind van de 1e wereldoorlog (1918) kwamen er vanuit Oostenrijk kinderen naar Nederland om aan te sterken, de meeste kinderen kwamen uit Wenen. Zo kwam er bij mijn grootouders een meisje van 8 jaar, haar naam was Hilde. Ze is ongeveer driekwart jaar in Nederland geweest en ze ging hier ook naar school. De meeste kinderen zijn daarna weer teruggegaan naar hun vaderland, zo ook Hilde.
Mijn familie en de familie van Hilde zijn met elkaar blijven corresponderen. Het contact bleef tot de 2e wereldoorlog tot stand, Oostenrijk werd een deel van het Derde Rijk van Hitler het contact tussen beide families werd hierdoor verbroken.
Contact, bij toeval, hersteld naar de 2e wereldoorlog
Aan het einde van de 2e wereldoorlog verpleegde Hilde, ze was inmiddels verpleegster geworden, in een ziekenhuis in Wenen een Nederlandse soldaat. Ze kwam met hem in gesprek en vertelde hem dat ze ook ooit in Nederland was geweest. Nu bleek deze Nederlandse soldaat de buurjongen van mijn oma te zijn. Zo is het contact na de 2e wereldoorlog eigenlijk bij toeval weer hersteld. Mijn oma heeft het contact onderhouden en later heeft mijn moeder met haar gecorrespondeerd en hebben beide families elkaar steeds weer opgezocht.
Toen ik 8 jaar oud was heb ik mijn eerste reis naar Wenen gemaakt, ik kende Hilde alleen van de foto’s en de pakketjes die ze altijd met kerst stuurde. Onder iedere brief schreef ze altijd ‘Ihre Dankbare Hilde’.
Hilde heeft mij Wenen leren kennen
Hilde, of liever gezegd voor mij Tante Hilde, heeft mij heel Wenen te voet laten zien, in die tijd werd net de eerste metrolijn aangelegd en daar was ze het niet zo mee eens, al die moderne dingen vond ze maar niets. Een tram mochten we ook niet gebruiken, ik ‘moest’ Wenen goed leren kennen en dat kon volgens haar alleen maar te voet. Vanaf mijn eerste bezoek had Wenen mijn hart veroverd.
Bassena woning, echt Weens
Hilde is nooit getrouwd geweest, ze heeft wel haar nichtje opgevoed. Ze woonden samen in een zogenaamde Bassena-woning. Het was een klein kamertje met twee vensters en er stonden twee bedden in, haaks op elkaar. In het midden een tafel met stoelen. In de kleine keuken was een soort zitbad gebouwd met daarop een plank, die diende als aanrecht. Het werd er afgehaald als ze een bad wilde nemen. Het toilet was op de gang, de gekrulde sleutel van het toilet hing aan een spijker naast de deur en ook een rolletje toiletpapier. Op het toilet zelf hingen stroken oude kranten om als toiletpapier te gebruiken. Er was altijd een bewoner van dezelfde etage die de taak op zich nam om kranten te scheuren.
De naam Bassena-woning komt van het fonteintje wat op iedere etage aanwezig was. In het begin was er alleen koud stromend water beschikbaar op de gang. In de jaren ’60 hebben alle woningen een eigen waterleiding gekregen.
Er hing altijd een typisch Weens sfeertje wat veel indruk op mij heeft gemaakt.
Hilde heeft mij in al die jaren veel boeken geschonken over Wenen en de Habsburgers. Ook heeft ze mij heel veel krantenknipsels toegestuurd, alles wat maar iets met Wenen te maken had of Habsburgers knipte ze uit.
Paleis Schönbrunn maakt mij nieuwsgierig
Regelmatig gingen wij naar Wenen. Natuurlijk brachten we ook iedere keer een bezoek aan het mooie Paleis Schönbrunn. Paleis Schönbrunn maakte mij ook nieuwsgierig, ik wilde graag ook de kamers achter de pronkkamers zien of een keuken of badkamer. Op een dag trok ik mijn stoute schoenen aan en stuurde een brief naar Schönbrunn waarin ik vroeg of ik ook achter de schermen mocht komen kijken.
Ik ben direct daarna persoonlijk uitgenodigd en heb een privérondeleiding gekregen achter de schermen, niet wetende dat ik daar later nog van zou kunnen profiteren.
Hilde is in 1990 overleden maar het contact is nog steeds niet verbroken, wij hebben nog steeds contact met haar nichtje Gaby en ook met de kinderen van Gaby hebben we contact. In 2018 kennen onze families elkaar 100 jaar.
Reisleidster in Wenen
In 1992 ben ik als reisleidster in Wenen gaan werken. Voor SRC Cultuurvakanties reisde ik vrijwel wekelijks af naar Wenen. Maar ook heb ik reizen begeleid in combinatie met Praag en Boedapest.
Inmiddels was de man waarvan ik destijds een privé rondleiding had gekregen voor paleis Schönbrunn conservator geworden van de pronkkamers & gidsen. Hij herkende mij meteen, toen was het zo geregeld, ik mocht als Nederlandstalige reisleidster mijn eigen groepen rondleiden door het paleis. Mij werd nog wel gevraagd een interne opleiding te volgen, speciaal ontwikkelt voor eigen personeel en stadsgidsen. De stof was voor mij gesneden koek.
Het was voor mij een hele eer dat ik een accreditatie kreeg om in Schönbrunn te mogen rondleiden, juist omdat ook de regels inmiddels behoorlijk waren aangescherpt. Dat leidde nog wel een tot een discussie met de Nederlandssprekende stadsgidsen, zij dachten ik illegaal aan het rondleiden was.
Iedere keer als ik bij Schönbrunn kwam bekroop mij het gevoel van 'ik ga op audiëntie'. Ik vond het heerlijk om hier rondleidingen te geven, en vooral om veel anekdotes te vertellen.
Cliché?
In 1999 heb ik mijn man leren kennen, en hoe kan het ook anders, tijdens een reis naar Wenen. Hij was chauffeur en ik de reisleidster.
Een stad voor alle leeftijden
Inmiddels zijn mijn kinderen ook ware Wenen kenners, zij komen al vanaf hun geboorte af aan ieder jaar in Wenen. Mijn moeder zei: ‘zolang ik leef wil ik ieder jaar met mijn kleinkinderen aan Wenen’. In 2010 was het de laatste keer dat we samen op de trappen van paleis Schönbrunn stonden. Met mijn kinderen zal ik nog zoveel mogelijk naar Wenen blijven gaan, inmiddels zijn ze volwassen maar voorheen gingen we ook altijd naar het speciale kindermuseum in Schönbrunn, daar kunnen kinderen zich verkleden en de rol van Sissi en Franz Joseph spelen. Wenen is een stad voor alle leeftijden.
Bijzonder standbeeld, 'hij lijkt op onze Thomas'.
Wenen blijft ook nu nog als een rode draad door ons leven lopen. In 2012 waren we op het Wiener Westbahnhof om een Nederlandse krant te kopen, mijn vaste kiosk in de Kärntnerstrasse was er niet meer. Internet was in opkomst en het werd steeds moeilijker om een Nederlandse krant te vinden. Mijn vader was erbij en we besloten om naar het station te gaan.
Toen we daar de ‘Bruna van Wenen’ uitliepen botsten we bijna tegen een standbeeld op. Het was een kleine jongen op een grote ouderwetse hutkoffer. Ik stond even vastgenageld aan de grond, het kind leek sprekend op onze zoon Thomas.
We hebben hem naast het standbeeld op de koffer gezet en allerlei mensen van verschillende nationaliteiten, jong en oud bleven staan kijken en reageerde verbaasd dat hij best veel op die jongen leek. Er kwamen bijzondere spontane gesprekken uit voort.
Dit standbeeld was hier geplaatst naar aanleiding van de kindertransporten in de jaren’30. Weense kinderen zijn vertrokken vanaf dit station naar Engeland. Ze hebben de oversteek gemaakt van Hoek van Holland naar Harwich en op Londen Liverpool Street Station staat een soort gelijke beeldengroep, dit was het eindstation van de kindertransporten. Ze zijn er veel kinderen gered van de concentratiekampen.
Het verhaal gaat verder
We schrijven het jaar 2022, onze dochter Iris studeert inmiddels Kunstgeschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Haar grootste inspiratiebron is Wenen.
De vierde generatie met passie voor Wenen.
Minimaal twee keer per jaar reist ze af naar Wenen deels voor haar studie maar vooral ook om te fotograferen en te genieten van de stad.